- Het kabinet-Schoof schat de inkomsten uit de btw-verhoging voor hotelovernachtingen veel te hoog in, blijkt uit berekeningen van ABN Amro.
- De verhoging van het tarief van 9 naar 21 procent vanaf 2026, levert de schatkist 910 miljoen euro van hotels op, volgens de overheid.
- ABN Amro stelt dat dit slechts 285 miljoen euro is, omdat het kabinet er geen rekening mee heeft gehouden dat zakenreizigers de btw kunnen terugvorderen.
- Lees ook: Forse groei hotelovernachtingen naar 40 miljoen in 2030 door populariteit Nederland als reisbestemming
Het kabinet overschat de inkomsten die het verwacht te halen uit een aangekondigde btw-verhoging voor overnachtingen in hotels, pensions en andere logies. Dat meldt ABN AMRO op basis van berekeningen.
De maatregel is volgens de bank niet goed doordacht en kan meer schade aanrichten dan het oplevert.
De coalitie wil het btw-tarief op overnachtingen vanaf 2026 verhogen van 9 procent naar 21 procent. Volgens de overheid leidt die verhoging tot een verwachte belastingopbrengst van 1,2 miljard euro, waarvan 910 miljoen aan extra inkomsten bij hotels en 302 miljoen euro bij overige logiesverstrekkers.
De overheid gaat er volgens ABN AMRO echter onterecht van uit dat de btw-verhoging neerslaat op de gehele omzet van 6,8 miljard euro bij hotels, die in 2022 werd gehaald. Volgens de bank raakt de btw-verhoging slechts 34,8 procent van de totale hotelomzet.
Dat komt onder meer doordat bijna de helft van de hotelgasten bestaat uit zakenreizigers, waarvan de bedrijven de btw kunnen terugvorderen.
Het kabinet kan nog meer tegenvallers verwachten
Het kabinet moet volgens de bank dan ook rekening houden met slechts 285 miljoen euro aan extra btw-inkomsten van hotels, in plaats van de verwachte opbrengst van 910 miljoen euro. Daarnaast kan de overheid meer tegenvallers verwachten.
Door de dalende omzet en de extra kosten als gevolg van de btw-verhoging dreigen hotels verlieslatend te worden en kan de opbrengst uit winstbelasting terugvallen van 147 miljoen euro in 2022 naar vrijwel nul. Dat geldt ook voor andere logiesverstrekkers, die 111 miljoen euro aan winstbelasting betaalden in 2022.
Ook gemeenten en andere overheden lopen inkomsten mis. Een daling in het aantal overnachtingen leidt tot minder toeristenbelasting en kan op langere termijn ook een verlaging van de onroerendezaakbelasting betekenen, bij een waardedaling van hotelpanden.
Minder overnachtingen zorgen ook voor minder inkomsten bij lokale restaurants en bedrijven die excursies en toegangstickets verkopen of fietsen en sloepen verhuren, wat kan leiden tot honderden miljoenen euro's aan gemiste omzet.